18 jaar cel geëist voor moord op Marcel Hoogerbrugge

Hoogerbrugge werd op 20 december 2017 door zijn ouders gevonden. De 49-jarige ex-militair, die een teruggetrokken bestaan leidde, lag met een ingeslagen schedel op bed in zijn bovenwoning aan de Dr. Anton Philipsstraat in Hoogeveen.

Hij kwam normaal gesproken drie à vier keer in de week bij zijn vader een kop thee drinken, maar had al een paar dagen niks van zich laten horen. Daarom gingen zijn ouders ongerust naar zijn huis. Uit bloedonderzoek bleek dat hij was gedrogeerd met een mix van medicijnen, waaronder antipsychotica. Omdat Hoogerbrugge wars van medicijnen was, gelooft het OM niet dat hij zelf die pillen heeft ingenomen.

De Soedanese vluchteling Hala E., die tegenwoordig in Groot-Brittannië woont, was al jaren bevriend met Hoogerbrugge. Haar vingerafdrukken en DNA zijn gevonden op glazen in zijn vaatwasser, waar ook medicijnresten in zaten. De 48-jarige vrouw heeft altijd ontkend.

De tweede zittingsdag begon met veel vertraging. Aanvankelijk leek het busje van de Dienst Justitiële Inrichtingen dat E. moest ophalen bij de gevangenis te laat en wachtte de rechtbank daar op. Tot bekend werd dat ze ziek was en niet wilde komen. Maar ze wilde ook niet dat de zaak zonder haar door zou gaan.

Een verdachte heeft altijd het recht om bij zijn of haar strafzaak te zijn. Uiteindelijk praatte de rechtbank via een videoverbinding met haar en legde haar uit dat vandaag niet doorgaan betekende dat er pas in augustus of september weer tijd is voor haar zaak. Na overleg met haar advocaat besloot E. dat de zaak vandaag toch zonder haar door kon gaan.

Volgens het OM kan het niet anders dan dat Hala E. de dader is van de moord op de ex-militair, omdat andere scenario's en verdachten die in beeld waren tijdens het politieonderzoek konden worden uitgesloten. E. was, naast de familie, de enige die bij Hoogerbrugge over de vloer kwam.

In haar verhaal, dat uitmondde in de strafeis, somde officier van justitie Debby Homans alles op wat er volgens haar aan bewijs ligt tegen E., die Hoogerbrugge naar eigen zeggen sinds 2007 kende uit Hoogeveen. Behalve haar sporen op glazen in zijn vaatwasser, waar ook de medicijnresten in zaten, is uit onderzoek ook niet duidelijk geworden waar E. tussen 16 en 19 december 2017 was.

Ze heeft zelf wel verklaringen afgelegd over bij wie ze was, maar die bleken niet te kloppen met haar telefoongegevens en de verklaringen van getuigen. Bovendien zette ze al haar vijf telefoons op de avond van 16 december uit en pas 's ochtends de 19e weer aan, waardoor ze nog lastiger traceerbaar was.

Uit politieonderzoek blijkt dat ze op de 16e bij een oude kennis in Meppel is geweest. Die vrouw kende ze uit het verleden, maar ze hadden elkaar al jaren niet gezien. De vrouw, die na een licht herseninfarct wat verward was, vertelde thuiszorgmedewerkers dat E. die periode meerdere keren onaangekondigd langskwam.

Op 17 december ontdekte een thuiszorgmedewerkster dat voor drie dagen aan medicijnen waren gestolen uit het huis van de Meppelse; middelen als antipsychotica en antidepressiva, die ook in Hoogerbrugges bloed zijn gevonden. Ook ontdekte de politie dat E. in diezelfde periode bij twee apotheken in Hoogeveen kalmeringsmiddelen had gehaald en ook nog medicijnen van een andere kennis uit Hoogeveen had gekregen.

"Alle middelen waren geschikt om hem weerloos te maken", aldus Homans. "Marcel, een grote, sterke man, had geen afweerletsel en leek dus weerloos op het moment dat hij werd geslagen." Waarmee hij geslagen is, is niet duidelijk geworden. De politie heeft onder meer onderwateronderzoek gedaan in het kanaal achter Hoogerbrugges huis, maar dat leverde niks op.

E. heeft verklaard dat ze op 11 december voor het laatst bij hem thuis geweest is, omdat hij een feestje gaf. Behalve dat Hoogerbrugge geen type was voor feestjes, gelooft de officier niet dat ze er is geweest die avond, omdat telefoongegevens anders uitwijzen.

Ook was Hoogerbrugge boos op E. Dat bleek uit meerdere boze mailtjes die hij haar rond die datum stuurde. Hij schreef dat er steeds rare dingen gebeurden als zij was geweest en had het idee dat zij in zijn spullen zat te snuffelen en bewust dingen stukmaakte. Dat hij haar juist dan voor een feestje zou uitnodigen, lijkt niet logisch.

Volgens Homans blijkt uit onderzoek dat het waarschijnlijk is dat Hoogerbrugge op 18 december is overleden. Normaal gesproken zette hij dagelijks 's avonds de computer aan en pas 's nachts weer uit. Die avond deed hij dat niet. In de nacht van 18 december werd bovendien de stekker uit zijn huistelefoon getrokken, wat hij zelf nooit deed.

Hoogerbrugge werd gevonden in slaapkleding, deels onder zijn dekbed. De dader moet een bekende van hem zijn geweest, stelt het OM, omdat hij normaal gesproken altijd de deuren van zijn bovenwoning op slot had en dat niet zo was toen hij dood gevonden werd. Zijn sleutels waren weg en braakschade was er niet. Homans: "Mogelijk was de dader er nog toen hij naar bed ging of is ze weggegaan en later stiekem teruggekomen met zijn sleutels."

Waarom hij dood moest, is niet duidelijk geworden. Het kan zijn dat E., die schulden had en van Jan en alleman geld leende, geld bij hem hoopte te vinden, zei Homans. De mogelijkheid dat de boze Hoogerbrugge, die in de weken voor zijn dood de gangen van E. naging, iets geheims van haar had ontdekt, sluit de officier ook niet uit. Maar ook zonder duidelijk motief is er volgens haar genoeg bewijs.

Nadat E. in mei 2019 vanuit Engeland was uitgeleverd aan Nederland, zweeg ze eerst lange tijd. Toen ze wel met de politie wilde praten ontkende ze alles, zonder duidelijke onderbouwing. Homans benadrukte dat ze volgens bekenden een vage vrouw is, die iedereen andere dingen vertelde over haar leven. "Zo heeft ze verteld dat ze in Engeland landbouwwerktuigen importeert, dat ze een loods heeft en een woning in Amstelveen; allemaal niet waar gebleken."

Hoewel er geen sporen zijn die erop wijzen dat E. degene was die Hoogerbrugge heeft doodgeslagen, stelt Homans dat het geweld onlosmakelijk verbonden is met de vergiftiging, die zeker wél door haar is gepleegd. "Niet uit te sluiten valt dat ze hem wilde ombrengen met medicatie en dat dat niet lukte."

Volgens Homans heeft E. weinig anders gedaan dan zeggen dat zij niet de dader is. "Enkel roepen dat je politie en justitie niet vertrouwt en dat het niet klopt wat we opschrijven, is niet genoeg." Dat ze geen aannemelijke verklaring heeft afgelegd, weegt mee voor het bewijs dat ze de dader is, aldus de aanklaagster.

"Met een vooropgezet plan heeft ze Marcel het hoogste rechtsgoed ontnomen: het recht op leven. Daarmee heeft ze onherstelbaar leed toegebracht aan de nabestaanden. Zijn ouders zullen de aanblik van hun dode zoon nooit meer van hun netvlies krijgen." De familie heeft recht op in totaal ruim 36.000 euro schadevergoeding, vindt ze.