Bouweconoom: 'Noordelijk woningbouwplan is onrealistisch'

Deze aanpak wordt Bouwstenen voor het Deltaplan genoemd. De provincies willen samen met de noordelijke hoofdsteden zo de groei in de regio aanjagen met betere treinverbindingen en ondertussen een bijdrage leveren aan het oplossen van het nationale woningtekort. Bij RTV Noord vertelt bouweconoom Van Hoek dat dit plan wat hem betreft onrealistisch is.

De initiatiefnemers stellen dat inwoners van de Randstad naar het Noorden willen komen voor de schone lucht en de groene omgeving. Zeker wanneer ze met een nieuwe spoorlijn snel op het werk in het Westen zijn. Maar dit gaat volgens Taco van Hoek voorbij aan de daadwerkelijke woonwensen. "Mensen hebben allerlei overwegingen ergens te gaan wonen, maar die worden niet bepaald door of je in een snelle trein kunt stappen", legt de bouwdeskundige uit.

"Waar mensen willen wonen hangt vooral samen met sociaal-culturele omstandigheden. Mensen vinden het belangrijk in de buurt te zijn van hun familie en kennissen, waar hun kinderen naar school kunnen en waar hun sociale netwerk is. Deze woonmotieven maken dat woningmarkten heel sterk een regionaal, soms zelfs een lokaal karakter hebben", aldus Van Hoek.

"We zien het duidelijk terug in verhuisbewegingen. Tachtig procent van alle verhuizingen is binnen de eigen gemeente. Negentig procent verhuist binnen de eigen provincie, naar een omliggende gemeente. Slechts tien procent verhuist naar buiten de eigen regio." Die laatste categorie betreft dan vooral mensen die veranderen van baan. Van Hoek: "Dan is ook meteen duidelijk wie er wel over langere afstanden verhuizen, dat zijn de carrièremakers en dan nog een klein deel hiervan. Wanneer je achter de kassa bij de Hema werkt, wil je niet verhuizen voor je werk."

De politiek denkt met Bouwstenen voor het Deltaplan dus langs sjablonen die niet juist zijn, stelt Van Hoek. Hij doelt op de gedachte dat industrie en wonen vanzelf volgen wanneer wegen en spoorlijnen worden aangelegd.

Het deltaplan zou voor Drenthe 45.000 nieuwbouwwoningen betekenen bovenop de al geplande 15.000 nieuwe huizen. Volgens gedeputeerde Bijl zal dat voor een deel moeten gebeuren binnen bestaande dorpen en steden, maar ook daarbuiten. Maar complete nieuwe dorpen in Drenthe ziet hij niet gebeuren.

Volgens Van Hoek van het Economisch Instituut voor de Bouw zijn 220.000 extra woningen in het Noorden niet te verkopen. "Er is geen markt voor. Het is de simpele realiteit. Woningen moeten gebouwd worden op de plekken waar er behoefte aan is."

Een ander bezwaar dat Van Hoek aanvoert tegen het noordelijke voorstel is dat een snelle lijn niet het voor- en na-transport van en naar de stations oplost. "Zo'n Lelylijn is fantastisch wanneer je ín het station van Groningen woont en ín het station van Lelystad werkt. Maar dat is geen realiteit. Er is reistijd van de woning naar het station en van het station naar de werkplek. Dat maakt de vervoerswaarde over het totale woon-werktraject voor reizigers te gering."