Nabestaanden kapers zien af van hoger beroep rechtszaak treinkaping De Punt
De nabestaanden van twee Molukse kapers, die om het leven kwamen bij de beëindiging van de treinkaping in De Punt, gaan niet in cassatie. Ze hadden wel in cassatie willen gaan, maar advocate Liesbeth Zegveld ziet hier geen aanknopingspunten voor.
Dat is te lezen in De Telegraaf. In juni stelde het gerechtshof in Den Haag dat de Staat niet aansprakelijk is voor de dood van Molukse kapers. Deze zaak was aangespannen door nabestaanden van treinkapers Max Papilaja en Hansina Uktolseja. Eerder al kwam de rechtbank in Den Haag tot dezelfde conclusie.
1977
Negen gewapende Molukkers kaapten in de ochtend van maandag 23 mei 1977 de intercity van Assen naar Groningen. Bij De Punt werd de trein stilgezet. Drie weken later, op 11 juni, maakten mariniers en de luchtmacht met geweld een einde aan de treinkaping.
Bij die bevrijdingsactie - op last van de Staat - kwamen twee gegijzelde passagiers en zes kapers om het leven. Volgens de familie van Papilaja en Uktolseja werden de twee van dichtbij geëxecuteerd. De Staat heeft altijd met klem ontkend dat er sprake was van executies en onrechtmatig toegepast geweld.