25 jaar na laatste Elfstedentocht: drie Drenten blikken terug op memorabele dag

ANP-300955887
'Oer-Hollands' tafereel bij de molen bij Sloten, in 1997 © ANP / Cor Mulder
SCHAATSEN - Vandaag is het precies 25 jaar geleden dat de laatste Elfstedentocht werd gereden. Henk Angenent won de tocht bij de mannen, Klasina Seinstra kwam als eerste vrouw over de finish.
In hun kielzog schaatsten talloze Drenten over het 200 kilometer lange parcours, grote delen tegen de harde wind in. Met drie Drentse schaatsers die destijds meereden blikken we terug.

Stug stampen met wind tegen

Midden in de nacht op 4 januari zit Thijs Wortman uit Beilen al aan het ontbijt bij zijn broer in Leeuwarden. In de uren ervoor heeft hij geen oog dichtgedaan. 51 jaar is de Drent - hij reed al tweemaal eerder een Elfstedentocht - maar kriebelen doet de tocht altijd, alsof het de eerste keer is. "Je bent er steeds mee bezig", zegt hij. "Heb ik alles? Hoe hebben we alles geregeld? Je ligt dan wel in bed, maar slapen doe je niet."
Eenmaal vertrokken op het Friese ijs is het in het donker oppassen voor scheuren. Wortman gaat een keer op zijn snufferd en verliest ook nog zijn hoezen die hij nodig heeft om te kunnen klunen over bepaalde delen op de route. "Die hoezen vielen op het ijs en gleden heel lang door. Ik hoorde iemand schreeuwen: 'Welke klootzak gooit hier zijn hoezen neer?' Ik draaide me heel voorzichtig om en inderdaad: daar lagen mijn hoezen."
Het eerste gedeelte blijkt relatief eenvoudig door het windje van achteren. "Maar in Stavoren krijg je de wind van voren. Dan wordt het natuurlijk een ander verhaal, al vind ik het wel lekker tegen de wind in. Dan kan je lekker stug stampen."
Ik ben ieder jaar nieuwsgierig hoe hoog mijn nummer is, want ieder jaar schuif je op omdat er leden afvallen
Thijs Wortman
De Elfstedentocht van 1997 is volgens Wortman een 'echte'. Dat heeft te maken met de stevige wind die er waait, veel harder dan tijdens eerdere tochten die de Beilenaar heeft gereden. "Op het weerbericht zeiden ze dat de wind in de middag zou gaan liggen. Nou, mooi niet. Het leek wel alsof-ie alleen maar meer aanwakkerde. Het hele stuk naar Dokkum toe had je de wind recht van voren. Heel pittig."

'Morgen weer?'

Na zo'n elf uur komt Wortman aan bij de finish, net voor het donker wordt. Hij belt zijn vrouw om te laten weten dat alles goed is gegaan. "Ik zei tegen haar: 'Morgen weer? En dan samen? De route ligt er toch.' Na zo'n rit voel je je heerlijk. Ik bond mijn schaatsen af en ontdekte een dikke blaar. Maar ik heb daar niets van gevoeld."
Wortman, inmiddels 76 jaar, is een echte liefhebber. Twee keer in de week traint hij destijds op de kunstijsbaan van Assen. En nog steeds, sinds zijn achttiende al, is hij lid van de Elfstedenvereniging. "Je krijgt ieder jaar een startnummer. Ik ben altijd nieuwsgierig hoe hoog mijn nummer is, want ieder jaar schuif je op omdat er leden afvallen. Ik heb nu nummer 175. Het is een beetje een sport geworden om dat bij te houden. Van mij mag de Elfstedentocht dit jaar weer gereden worden. Ik ben erg benieuwd hoe het is om de tocht op televisie te bekijken."
Tekst gaat verder onder de foto
Thijs Wortman
Thijs Wortman belt met zijn vrouw nadat hij de Elfstedentocht heeft uitgereden © RTV Drenthe

De kroniek van een vergeten stempel

Op het Friese ijs in 1997 is Piet Kleine de beste Drent. De langebaanschaatser uit Kerkenveld behoort tot de kopgroep en komt als vijfde over de finish. Maar later wordt hij uit de rangschikking geschrapt vanwege een vergeten stempel in Hindeloopen.
De dag begint voor Kleine al niet zo lekker, vertelt hij. Voordat de schaatsen ondergebonden kunnen worden, moet iedereen eerst een stukje hardlopen. En dat is niet het sterkste punt van Kleine. Ook bij het onderbinden van de schaatsen verliest hij tijd. "Van origine ben ik een langebaanschaatser, dan hoort alles altijd perfect te zitten", zegt hij.
Het duurt een uur voor de inmiddels 70-jarige Drent zich meldt bij de kopgroep. Hij rijdt dan nog in het donker, niet bepaald de favoriete bezigheid van Kleine. "Dat was het enige waar ik tegenop zag. Je ziet niet waar je rijdt, het is eigenlijk een pure gok. Je kan in een scheur rijden, of een blok hout tegenkomen. Het heeft natuurlijk wel wat - je krijgt mooie beelden - maar om het te doen is niet zo fijn."
Toen ik het doorhad, had het geen zin meer om terug te gaan
Piet Kleine
Kleine schaatst voorop bij de stempelpost in Hindeloopen en rijdt er, net als een paar anderen, zo voorbij. Hij ziet niet dat zijn achtervolgers omdraaien en alsnog de stempel halen. "Ik had het niet in de gaten", zegt Kleine, als hij terugblikt op een van de opvallendste momenten van de tocht van 1997. "Toen ik het doorhad, had het geen zin meer om terug te gaan. Dan verlies je minuten. Ik had verwacht dat ze er niet zo'n punt van zouden maken."

Tevergeefs sprinten voorkomen

In de eindfase van de tocht probeert Kleine meermaals weg te schaatsen bij de kopgroep, omdat hij weet dat mannen als Henk Angenent en Erik Hulzebosch in de sprint sneller zijn. Kleine hoopt op meer steun bij zijn uitbraakpogingen om anderen uit te putten, maar die komt niet. In de sprint is hij vervolgens kansloos.
"Pas uren later hoorde ik dat ik gediskwalificeerd was. Dat vond ik vreemd, het overviel me. Met mijn demarrages heb ik het wedstrijdverloop beïnvloed. De leiding had mij beter direct uit de tocht kunnen halen. Ik heb het nu overigens ook wel gehad met die stempels. Het is maar een onderdeeltje van één moment. Ik heb veel meer wedstrijden gereden. Het zijn bovendien achterhaalde dingen. Waarom heb je een stempel nodig als iedereen op televisie kan zien dat ik er geweest ben? Ik vraag me af wat de wedstrijdleiding zou hebben gedaan als ik had gewonnen."
Tekst gaat verder onder de foto
Piet Kleine
Piet Kleine vindt het vreemd dat hij gediskwalificeerd werd © ANP/Hollandse Hoogte

Bevroren ogen

Aaldert-Jan Lensen uit Hoogeveen heeft goede herinneringen aan de Elfstedentocht van 1997. Zijn conditie is in die winter goed en dus legt hij het parcours zonder problemen af. Wel herinnert hij zich dat de weersomstandigheden niet heel prettig waren. "Het was behoorlijk koud en er stond een heel straffe wind", zegt hij.
Na ongeveer elf uur schaatsen komt Lensen over de meet. Hij schaatst de tocht met een oude buurman, die een 'gewone' bril op heeft, waar de wind tussendoor kan glippen. "Het waaide zo hard dat zijn ogen bevroren", zegt Lensen. "Dat moest dus even dooien. Hij gaf toe dat het beter was om te stoppen. Maar je weet hoe dat gaat: als je eenmaal eraan begonnen bent, ga je door."
Om 05.00 uur de volgende ochtend stond ik weer fris en fruitig de koeien te melken.
Aaldert-Jan Lensen
Door de vertraging eindigde de tocht van de destijds 49-jarige Lensen in het donker. Rond 23.00 uur komt hij weer thuis in Hoogeveen. "En om 05.00 uur de volgende ochtend stond ik weer fris en fruitig de koeien te melken. De Elfstedentocht van 1997 ging mij goed af, in tegenstelling tot die van 1986. Die viel mij veel zwaarder omdat ik die winter een paar keer griep had gehad."
Onderweg komt Lensen van alles tegen, maar hij let niet zoveel op wat om hem heen gebeurt. "Je bent met de wedstrijd bezig", zegt hij. "Je wilt zo snel mogelijk naar het einde, vooral omdat het donker wordt en het zicht minder."
Mocht er een nieuwe Elfstedentocht komen, dan kijkt Lensen die net als Kleine en Wortman thuis voor de buis. "Als het koud is, kom ik niet meer buiten."

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.