Meten = Weten maakt balans op: 132 soorten bestrijdingsmiddelen gevonden bij onderzoek
"Er ligt écht een deken van landbouwgif over Nederland." Dat concludeert bewonersgroep Meten = Weten uit de gemeente Westerveld na eigen onderzoek. De belangengroep, die al jaren kritisch kijkt naar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, bracht vandaag een evaluatierapport uit en gaat woensdag om tafel met leden van de Tweede Kamer.
In 2018 startte Meten = Weten in Drenthe met het onderzoek. Al in het eerste jaar vond de groep 57 verschillende bestrijdingsmiddelen terug in verschillende monsters. Inmiddels heeft Meten = Weten in drie jaar tijd 87 monsters genomen uit (moes-)tuinen, natuurgebieden, akkerranden, volggewas, oppervlaktewater, compostbulten, vegetatie, bodem, mest, lucht en mensenhaar. Daarin vond ze 132 verschillende bestrijdingsmiddelen, biociden en metabolieten.
'Beleid moet radicaal veranderen'
"Deze ontdekking heeft vergaande consequenties. Het toont aan dat het huidige beleid voor de toelating en het gebruik van bestrijdingsmiddelen radicaal moet veranderen om mens en natuur te beschermen. Er stapelt zich immers steeds meer bewijs op dat deze middelen schadelijk zijn voor de natuur en voor onze gezondheid", aldus Meten = Weten.
Daarbij zegt de organisatie vooral de afstand die de bestrijdingsmiddelen afleggen opmerkelijk te vinden, maar ook dat niet ieder gewasbeschermingsmiddel de akker verlaat. "Het is een onderzoek van amateurs met beperkte financiële middelen, maar de conclusies zijn ernstig genoeg om het wel te publiceren," licht Guido Nijland van Meten = Weten toe.
Onderzoek met RIVM
Ook andere partijen deden de afgelopen jaren samen met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzoek naar bestrijdingsmiddelen. Ze zochten uit hoe pesticiden zich verspreiden. Daarbij vonden ze gewasbeschermingsmiddelen terug in de buitenlucht, huisstof en in urine, maar gaven ze ook aan dat deze bestrijdingsmiddelen aan de norm voldeden en geen groot gevaar waren voor de volksgezondheid.
In november adviseerde het RIVM na onderzoek in opdracht van het toenmalige demissionaire ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit om voor een andere manier van testen en meten te gaan. Op die manier zou wellicht beter te achterhalen zijn of langdurige blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen veranderingen in de hersenen (zoals de ziekte van Parkinson en Alzheimer) veroorzaakt.
'Meer onderzoek nodig'
In een reactie op het rapport van Meten = Weten liet het RIVM vandaag weten nog geen inhoudelijk commentaar te kunnen geven, omdat het instituut het nieuwe rapport nog niet had bestudeerd. Desondanks laat het RIVM wel weten dat de resultaten niet uit de lucht komen vallen. "De conclusies dat landbouwgif in alle monsters is aangetroffen en dat pesticiden zich (veel) verder verspreiden dan de akker waarop gespoten is, zijn herkenbaar en sluiten aan bij het beeld dat komt uit onze onderzoeken."
Het RIVM is het met Meten = Weten eens dat meer onderzoek goed zou zijn. Op de achtergrond werkt het instituut nu aan een verkenning naar de mogelijkheden voor gezondheidsonderzoek bij specifiek de omwonenden. "Die verkenning leveren wij dit jaar op. Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport beslist dan of er daadwerkelijk vervolgonderzoek komt", laat een woordvoerder van het RIVM weten. "We lopen nu niet vooruit op de resultaten van onze verkenning. Ook hebben wij al eerder geadviseerd om onderzoek te doen naar mengseltoxiciteit: de mogelijke schadelijkheid van mengsels van chemische stoffen."
Stapeling van middelen
Vorige maand spraken ook Provinciale Statenleden zich al uit over de behoefte aan verder onderzoek. Fractievoorzitter Elke Slagt-Tichelman van GroenLinks zei eerder tegen RTV Drenthe: "Er zijn veel verschillende bestrijdingsmiddelen, die worden gebruikt voor het produceren van voedsel, maar ook voor siergewassen, zoals bij de bloemen- en bollenteelt. Het is echter niet bekend wat de 'stapeling' van verschillende bestrijdingsmiddelen mogelijk teweegbrengt. Goed onderzoek is hard nodig."
Guido Nijland van Meten = Weten hoopt dat het niet bij een wens blijft. "Al het onderzoek is welkom, zolang het niet bedoeld is om het onderwerp op de lange baan te schuiven."
LTO
Dirk Jan Beuling van LTO Noord heeft ook naar het rapport gekeken. Hij zegt respect te hebben voor Meten=Weten en waar ze mee aan de slag zijn gegaan, maar noemt het onderzoek wel erg 'houtje-touwtje'. "Het zijn soms onderzoeksconclusies die aan elkaar verbonden zijn die uit losstaande onderzoeken komen", licht hij toe.
Dat naar de veiligheid van gewasbeschermingsmiddelen wordt gekeken vindt Beuling daarentegen goed. "Het is niet altijd even gezond en wij zijn het dichtst betrokken. Wij willen zelf ook niet met middelen werken waarvan we niet weten of het schade toebrengt aan onze gezondheid."
Verandering vergt alleen tijd en specifiek voor de agrarische sector, stelt Beuling. "We zijn in 65 jaar naar deze periode gegroeid, er moet ons wel tijd gegund worden. Een schip op zee kun je ook niet direct van koers laten veranderen. Onze cycli duurt gewoon een jaar en ook de zoektocht naar groene alternatieven die minder zwaar belastend zijn vergt tijd. Meten=Weten wil dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen stopt, wij willen het juist op een verantwoorde manier, zodat we wel gezonde gewassen kunnen blijven verkopen."