Dutchbatters willen gesprek met kabinet over Srebrenica

De rechter bepaalde vorige week dat de Nederlandse Staat aansprakelijk is voor deportatie van ruim driehonderd moslimmannen na de val van de Bosnische enclave Srebrenica. De mannen werden op 13 juli 1995 weggestuurd van de compound van Dutchbat en zijn daarna vermoord. Volgens de rechter hadden de Dutchbatters moeten weten dat de mannen gevaar liepen. Dutchbat, waaronder een bataljon uit Assen, moest de moslimenclave in Srebrenica beschermen. Daarmee is de staat ook aansprakelijk voor de schade die de directe familieleden van de slachtoffers hebben geleden.

Nederlandse militairen hadden op het moment van wegvoeren losse identiteitspapieren van anderen mannen gevonden, een signaal dat sprake was van moordpartijen. Omdat Dutchbat de volledige zeggenschap had over de omheinde compound hadden de Nederlandse VN'ers niet mogen meewerken aan de deportatie van de mannen.

Voor veel Dutchbat-veteranen is dit de druppel die de emmer doet overlopen. Volgens Assenaar Ebel Dijkman, voorzitter van het Reünieverband Dutchbat 3, is het gevoel onder veteranen dat ze nu eindelijk ook eens gehoord moeten worden. Tot op heden is er nooit met de oud-soldaten gesproken. Daarom heeft het verband een verzoek voor een gesprek ingediend. Inmiddels is er een positieve reactie gekomen vanuit Den Haag. Dijkman hoopt dat het na de zomer al plaats vindt.

Commandant der landstrijdkrachten Mart de Kruijf heeft de Dutchbatters ook uitgenodigd voor een gesprek. De Kruijf wil dan dieper in gaan op het vonnis van de rechtbank in Den Haag. Volgens Dijkman is de belangstelling van de veteranen van Dutchbat voor een dergelijk gesprek groot. Zo'n dertig veteranen hebben zich inmiddels gemeld om aanwezig te zijn bij deze bijeenkomst.

- Dutchbat-veteranen eisen duidelijkheid over verantwoordelijkheid Srebrenica

- Dutchbatters willen protesteren tegen uitspraak rechter