Zeven jaar cel voor hoofdverdachte moordzaak André Lubbers

KLAZIENAVEEN - De 26-jarige hoofdverdachte in de moordzaak op André Lubbers uit Klazienaveen is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar . De medeverdachten zijn vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijs.
De 68-jarige André Lubbers uit Klazienaveen werd op 11 augustus 2012 dood gevonden in zijn woning aan de Van Echtenstraat. Lubbers is met een vuurwapen om het leven gebracht.
De officier van justitie eiste twee weken geleden tegen alle vier de mannen een gevangenisstraf van zeven jaar.
V
ier verdachten
Het OM beschuldigde vier mannen van betrokkenheid bij de dood van André Lubbers. Drie mannen zijn van Russische komaf en zijn 25, 26 en 28 jaar oud. De vierde verdachte is een Brit van 29 jaar, die veel bij Lubbers over de vloer kwam.
Bewijs
De 26-jarige hoofdverdachte Roeslan F. heeft van de vier het langst in voorarrest gezeten. In de woning van Lubbers is DNA-materiaal gevonden van F.
De politie heeft ook telefoongegevens waar uit blijkt dat een aantal mannen op het moment van de moord in de buurt van de woning van Lubbers waren.
Ongeluk
Volgens de vriendin van een van de verdachten is het slachtoffer per ongeluk in zijn gezicht geschoten, toen hij tijdens een uit de hand gelopen inbraak werd bedreigd met een vuurwapen.
Motief
Motief
André Lubbers schepte volgens anonieme bronnen graag op over de grote bedragen geld die hij thuis had liggen. Volgens de geruchten zouden de mannen daar naar op zoek zijn geweest.
André Lubbers schepte volgens anonieme bronnen graag op over de grote bedragen geld die hij thuis had liggen. Volgens de geruchten zouden de mannen daar naar op zoek zijn geweest.
Geen moord
De vier mannen werden in eerste instantie moord in vereniging ten laste gelegd, maar het Openbaar Ministerie paste dat gedurende het onderzoek aan tot diefstal met geweld, de dood ten gevolge hebbend.
Hoofdverdachte R.F. veroordeeld tot gevangenisstraf van 7 jaar voor poging diefstal met geweld #Klazienaveen #Lubbers #rtvdrenthe
— jeroen willems (@jeroenwillemss)
— jeroen willems (@jeroenwillemss)