Dit zijn 'onze mannen' in de prestigieuze Cape Epic in Zuid-Afrika

MOUNTAINBIKEN - Regerend Nederlands kampioen Tim Smeenge uit Zeegse, Thom Bonder uit Assen en Gerben Mos uit Meppel starten zondag in de Cape Epic. Na het wereldkampioenschap is het de sterkst bezette wedstrijd in de mountainbikewereld.
"Je kan het vergelijken met de Tour de France qua wedstrijd. Het is de meest prestigieuze wedstrijd op de mountainbike", verklaart Smeenge. "Het is wel een droom", vult Mos aan. "Cape Epic is wel een dingetje in de mountainbikewereld. Die moet je wel gereden hebben."
De wedstrijd bestaat uit een proloog en zeven etappes. In acht dagen tijd worden er 658 kilometer afgelegd en staan er meer dan 15.000 hoogtemeters op het menu.
Koppelkoers
De etappekoers moet als koppel worden volbracht. Teamgenoten mogen niet meer dan twee minuten uit elkaar rijden, anders volgt er een tijdstraf. De Drentse deelnemers vormen alle drie een koppel met mannen van buiten onze provincie. Zo rijdt Tim Smeenge met Teus Ruijter, gaat Gerben Mos samen met Ramses Bekkenk op pad en doet Thom Bonder voor het derde jaar samen met de Zuid-Afrikaan Jan Withaar mee.
(Artikel gaat verder na de video)
Dit zijn 'onze Drentse mannen' in de Cape Epic
'Kwart valt uit'
Terwijl Smeenge en Mos debutanten zijn, start Bonder dus al voor de derde keer. "Ik denk dat gemiddeld gezien minimaal een kwart van het veld uitvalt om diverse redenen", vertelt Bonder. "Dat kan mechanische pech zijn door alle stenen die je onderweg tegen kan komen, maar ook door gebrek aan hygiëne. Je eet toch andere dingen hier en de warmte speelt ook een rol. Daar moet je toch rekening mee houden."
Vroeg opstaan
Vorig jaar viel Bonder zelf ook uit omdat z'n hele team corona kreeg. Bij z'n debuut, een jaar eerder, finishte hij als veertiende. En hij herinnert het zich al een heel pittig debuut. "De allereerste keer dat ik reed dacht ik na drie dagen: poeh ,nu moet ik nóg vijf dagen. Wat ik zelf het zwaarste vind, is dat we 's morgens om 04.00 uur op moeten staan omdat we om 07.00 uur al moeten starten om niet in de hitte te hoeven rijden."
Hoge bergen en veel stenen
De diversiteit aan landschappen in Zuid-Afrika is groot. En daar zullen ook 'onze mannen' volop mee te maken krijgen. "De ene dag moet je over heel hoge bergen en een andere dag is het weer wat vlakker en rijd je trails door wijngaarden met heel veel stenen", zegt Bonder. "Voor elke meter moet je hier hard trappen", vult Smeenge aan. "Je krijgt hier geen meters cadeau die makkelijk rollen."
Tijd voor herstel is er volgens Mos dan ook maar weinig. "Je moet hier met je hele lichaam werken. Als je met je racefiets in het buitenland rijdt, kun je bij een afdaling lekker op je zadel gaan zitten, maar hier moet je staan en opletten waardoor je zelfs in een afdaling niet kunt herstellen."
Weinig hulp
Verder moeten de deelnemers zich onderweg qua voeding en materiaal vooral zelf zien te redden. "Er rijdt niet, zoals bij het wielrennen, een volgauto achter je. Er zijn vaak één of twee verzorgingsposten waar je technische assistentie kunt krijgen van je team. Maar verder moet je het zelf oplossen". licht Smeenge toe.
Zevenhonderd teams
Zondag gaan in totaal zo'n zevenhonderd teams van start. Veel van hen hebben al lang op de wachtlijst gestaan. Van al die teams doen er zestig mee aan de wedstrijd voor elite-renners. En dat geldt ook voor onze Drentse renners.