Liefde voor 'kleine felle jagers' leidt tot boek: 'In stilte doen ze hun werk'

Hermelijnen zie je niet zo snel. Van Uchelen wist ze te fotograferen.
Hermelijnen zie je niet zo snel, maar Van Uchelen wist ze te fotograferen © Edo van Uchelen
De bunzing, hermelijn en wezel hebben een speciaal plekje in het hart van Edo van Uchelen uit Vledder. De schrijver, bioloog en natuurfotograaf is gek van deze dieren, maar niet veel mensen delen deze liefde. Met zijn nieuwe, uitgebreide boek over deze roofdieren hoopt hij daarin verandering te brengen.
'Het woord marters maakt bij veel mensen een negatief gevoel los. Ze worden onterecht gezien als ondieren die schade en overlast veroorzaken', valt te lezen in de inleiding van Van Uchelens boek. Hij maakt daarmee meteen korte metten met negatieve associaties. De passie voor de 'overlevingskunstenaars' spat van de pagina's af.
Ook al gaat het om de kleinste roofdieren van het land, de indruk die ze op de schrijver maken is enorm. Dertig jaar na zijn eerste ontmoeting met een wezel, ligt zijn boek over leefwijze, bescherming en ecologie in de boekenwinkel, geïllustreerd met bijzondere foto's. De tekeningen en cartoons zijn gemaakt door spoorzoeker en bushcrafter René Nauta.
(verhaal gaat verder onder de foto)
De bunzing met diens karakteristieke 'masker'.
De bunzing met z'n karakteristieke 'masker' © Edo van Uchelen

Buitenbeentjes

Van Uchelen noemt de bunzing, wezel en hermelijn de 'buitenbeentjes' onder de kleine roofdieren. Ze zijn anders, zitten in een verdomhoekje en 'voldoen niet aan het clichébeeld van schattigheid'. Hij gebruikt liever 'kleine roofdieren' in plaats van 'kleine marters'.
"Bij 'marterachtigen' wordt meteen gedacht aan steenmarter. Dat is een plaagbeest, dat gaat onder je auto zitten, in je schuur poepen, daar hebben mensen helemaal niks mee. Als je dan de naam 'kleine marters' gaat gebruiken, denkt iedereen: dat is ongeveer hetzelfde maar dan kleiner. Je moet eigenlijk van die naam af."

In de marge

Ze bewegen snel, houden zich goed verborgen en zijn niet makkelijk te zien. Met zijn boek laat Van Uchelen zien hoe de wereld van het trio toch onlosmakelijk is verbonden met de wereld van de mens. Er is lange tijd jacht op de dieren gemaakt vanwege de schade die ze kunnen veroorzaken aan bijvoorbeeld pluimvee en weidevogels. Maar die buitenbeentjes verdienen ook een stukje waardering: "Als we ze niet hadden gehad, dan stonden we tot onze enkels in de muizen en de ratten. In stilte doen ze hun werk, maar we geven ze er niks voor terug."
Ondertussen gaat het steeds slechter met ze. "Ze hebben bijna niets nodig, ze hebben geen last van stikstof, ze hoeven geen voedselarme bodem te hebben, ze hebben geen waardplanten nodig zoals met vlinders. Maar ze zitten opgesloten: het landbouwgebied is niet meer geschikt, dat is veel te grootschalig, maar ook in natuurgebieden hebben ze het moeilijk, omdat daar grootschalig wordt begraasd, geplagd, gemaaid. Ze zitten dus eigenlijk een beetje in de marge."

Eigen natuurgebied

De natuurliefhebber heeft zijn eigen natuurgebied geschikt gemaakt voor de rovers. Hij begon met 0,8 hectare grond en dat is inmiddels uitgegroeid tot vier hectare, waar op verschillende manieren ruimte is gemaakt voor de bunzing, hermelijn en wezel.
(in onderstaande video zie je hoe Van Uchelen ervoor zorgt dat er genoeg te eten is. Tekst gaat verder onder de video)
Genoeg te eten voor de kleine roofdieren in het natuurgebied van Edo van Uchelen

Maak kans op een exemplaar

Welke dieren zie je hieronder op de wildcamera van Edo van Uchelen? Stuur voor 20 oktober 2021 een mail met het antwoord naar roeg@rtvdrenthe.nl, met als onderwerp win-actie, en maak kans op het nieuwe boek 'Bunzing, hermelijn en wezel'. Het boek ligt vanaf halverwege oktober in de boekhandel, kost 24,95 euro en is uitgegeven door KNNV Uitgeverij in samenwerking met de Marterstichting.
Wildcamera van Edo van Uchelen

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.